‘Met een sterke taalbeheersing is het leren van een nieuwe taal veel makkelijker'

De laatste jaren verdiepte Eloïse van der Laan zich steeds meer in meertaligheid bij jonge kinderen, naast haar werkzaamheden als docent pedagogisch werk binnen het Summa College. Tijdens de eerste Van Alle Talen Thuis (VATT)-tranche was ze een van de opleiders en nam ze docenten en pedagogisch professionals bij de hand. ‘Het zou mooi zijn als dit de nieuwe norm wordt.’

Na vier sessies zit de eerste tranche erop. Hierin werden onderwijsprofessionals door experts begeleid in het toepassen van de meertalige boekencollectie in de praktijk. Terwijl de deelnemende docenten nog een laatste ronde door het lokaal maken, kijkt Eloïse met een goed gevoel terug op de bijeenkomsten. Al moesten de kinderziektes er in een vroeg stadium uit: ‘We zijn van ‘trainingen’ overgestapt naar ‘werksessies’. Docenten dachten in het begin dat wij ze gingen leren hoe ze met die anderstalige boeken moesten omgaan.’ Dat was niet het doel, volgens Eloïse: ‘Het idee was dat docenten gezamenlijk aan de slag zouden gaan om te kijken hoe ze die boeken implementeren in het schoolprogramma. Wij zijn er om die samenwerking te faciliteren en te ondersteunen.’

Docenten aan het werk gezet

De bijeenkomsten worden ieder gekenmerkt door een eigen onderwerp: meertalige mindset, boekencollectie, ouderbetrokkenheid en afronding. Met gerichte vragen en opdrachten zet Eloïse samen met haar mede-opleiders de docenten aan het werk: ‘Welke activiteiten worden er ondernomen met de boeken, hoe ga je ouders informeren en betrekken bij de meertalige boeken en probeer een meertalig leesplan op te stellen. Die opdrachten geven we de docenten mee, naast de praktijkopdrachten die ze in hun klas uitvoerden. Daar reflecteren we op tijdens de werksessies.’ Het resultaat? Dat docenten en pedagogisch professionals zich er bewust van zijn dat het inzetten van de eigen talen gaat bijdragen aan het leren van de Nederlandse taal. ‘Er bestaat de misvatting dat kinderen de Nederlandse taal beter begrijpen wanneer ze alleen Nederlands mogen spreken. Dat zorgt voor veel risico op een taalachterstand’, stelt Eloïse. Volgens haar is de ontwikkeling van de moedertaal van cruciaal belang: ‘Je leert makkelijker een nieuwe taal als je al een sterke taalbeheersing hebt. Het is heel belangrijk dat docenten met ouders samenwerken en de thuistaal inzetten, waardoor het makkelijker is om het Nederlands eraan te koppelen.’ 

Olievlek

Tijdens de werksessies merkte Eloïse op dat die kennis er bij docenten wel al is, maar dat de manier waarop ze die in kunnen zetten nog het laatste zetje nodig heeft. ‘Ik hoop dat dit programma zich als een olievlek over alle basisscholen en kinderopvanglocaties in Nederland gaat verspreiden. Ik hoop dat leerkrachten en pedagogisch professionals inzien dat meertaligheid een talent is en dat het nuttig is dat een kind soms in zijn eigen taal gaat leren, spreken en denken. Het zou mooi zijn als dat de nieuwe norm wordt.’